Handen ineenslaan voor een circulaire textielindustrie

De textielindustrie is een van de meest vervuilende industrieën met een grote impact op mens en milieu. Om verspilling tegen te gaan en doelstellingen van de Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid Textiel (UPV) te halen is de inzet nodig van alle partijen uit de textielketen. Maar hoe kijken die partijen hier tegenaan? Samenwerken is in elk geval essentieel. Dat blijkt uit interviews met vertegenwoordigers uit de branche.

Alle betrokken partijen zijn zich ervan bewust dat de textielindustrie de komende jaren een omslag moet maken naar circulair textielgebruik. Zo geeft Peter Koppert van brancheorganisatie/ondernemersorganisatie Modint aan: ‘Het lineaire massa-is-kassa-model moet plaatsmaken voor hergebruik, duurzaam en bewuster (ver)kopen en hoogwaardige recycling in een circulair model. Dat vereist een andere mindset en een andere bedrijfsvoering.’

Andere mindset consument

Het vereist ook een andere mindset van de consument, zo betoogt Lara Peters van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. De meeste winst in het terugdringen van milieuschade zit volgens haar simpelweg in minder kleding kopen. ‘Wat niet gemaakt hoeft te worden, kost geen energie, we vervuilen het milieu er niet mee en het levert geen berg afval op. Dus koop alleen wat je nodig hebt. En als je iets nodig hebt, koop dan tweedehands of leen en huur kleding.’

Uitdaging om businessmodel aan te passen

Maar hoe kunnen de retailers dan winst maken als de consument minder kleding koopt? Volgens Femke den Hartog van brancheorganisatie Inretail is de uitdaging om het businessmodel aan te passen. ‘Nu zijn bedrijven pas rendabel als ze grote volumes omzetten. Dus wil je met duurzame materialen werken en onder goede arbeidsomstandigheden produceren, dan moet de gemiddelde prijs van kleding omhoog of je moet in je aanbod snijden. We moeten weer een reële prijs kunnen vragen, zodat alle segmenten uit de textielketen goed af zijn. Maar ook dat mensen die rond het bestaansminimum leven nieuwe kleren kunnen kopen. Ik denk dat hier een rol ligt voor de producenten, namelijk, minder produceren. Zodat we alleen datgene produceren wat we gebruiken.’

Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Om stappen te zetten, werkt INretail (Femke den Hartog) hierin al samen met Modint (Peter Koppert). Zowel den Hartog als Koppert benoemt hierin het belang van de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV). De UPV maakt textielproducenten verantwoordelijk voor de afvalfase van hun producten. Het doel is om in 2025 minstens 50% van het textiel te hergebruiken of te recyclen, oplopend naar 75% in 2030. Peter Koppert: ‘In de textielindustrie is samenwerking tussen producenten, inzamelaars en recyclebedrijven cruciaal om de doelen van de UPV te behalen. Hiervoor wordt nauw samengewerkt in de keten om logistieke en technische innovaties te implementeren.’

Josse Kunst van CuRe Technology werkt al aan zo’n technische innovatie. Kunst: ‘CuRe is een recyclemethode waarmee we elk type polyester kunnen zuiveren en omzetten in polyester korrels waarvan garenspinners nieuwe garens kunnen maken. We verwachten dat we hiermee straks 2000 kilo polyester textiel per uur kunnen recyclen. In een continu proces en tegen een tarief van 10 tot 15 cent per kilo. Het aanbieden bij de verbrandingsoven kost 20 tot 60 cent per kilo.’

Maar om deze recyclemethode optimaal te kunnen benutten, moet CuRe wel weten wat de samenstelling van een bepaalde stof is. Kunst: ‘Polyester wordt vaak gemengd met andere materialen. Elke samenstelling vraagt om een ander proces. Dat betekent dat de samenstelling van een bepaalde stof bekend moet zijn. En dat is lang niet altijd het geval.’ Ook Kunst benadrukt het belang van ketensamenwerking. ‘We kunnen veel winst halen uit de samenwerking met inzamel- en sorteerorganisaties.’

In contact met alle ketenpartners

Inzamel-, sorteer- en recyclingbedrijven spelen een cruciale rol hoe een kledingstuk aan het eind van de keten wordt verwerkt. Daar moet volgens Mariska Boer van brancheorganisatie Vereniging Herwinning Textiel (VHT) aan het begin van de keten al rekening mee wordt gehouden. ‘Als je bij het ontwerp al rekening houdt met duurzaamheid en recycling, dan kun je circulaire meters maken. We gaan daarom ook in gesprek met ontwerpers en producenten. En mede door de invoering van de UPV en de oprichting van de producentenorganisatie nemen we deel aan gesprekken in de keten over circulair ondernemen. We staan in contact met de hele textielketen.’

Tweede leven voor textiel

Zo wordt de keten steeds ronder, waar aan het einde weer een nieuw begin is. Ook kringloopwinkels spelen daarin een belangrijke rol, door kleding en andere textielproducten een tweede leven te geven. Het succes van kringloopwinkels hangt onder andere af van de bereidheid van mensen om tweedehands kleding te kopen.

Dat gebeurt volgens Tanja Meeuwsen van Branchevereniging Kringloop Nederland (BKN) steeds meer. Meeuwsen: ‘We bestaan in 2024 30 jaar, maar het ging nog nooit zo goed als de laatste jaren. En textiel levert 28 procent van de omzet op. Daarmee vormt kleding het grootste aandeel van onze omzet.’

Samen een circulaire sector realiseren

Er gebeurt dus al veel, maar voor een volledig circulaire textieleconomie is nog werk te verrichten. Vezel-tot-vezel recycling op grote schaal mogelijk maken bijvoorbeeld, inclusief betere inzamel- en sorteersystemen. Tegelijkertijd moeten we met z’n allen veel bewuster omgaan met kleding en textiel. Zowel ontwerpers, producenten, winkeliers als consumenten. Peter Koppert: ‘In circulaire vaktermen heet dat Narrowing the loop (minder textiel, maar wel duurzamer) en Slowing the loop (kwaliteit die langer meegaat). En met recycling voegen we daar steeds meer Closing the loop aan toe. Het zijn allemaal strategieën waarmee we samen een circulaire sector kunnen realiseren.’