Afvalvoorschriften voor wrakken van auto's en tweewielige motorvoertuigen
In het huidige Activiteitenbesluit staan voor demontagebedrijven van autowrakken (en voor activiteiten die daarmee samenhangen) een aantal voorschriften.
Ook voor tweewielige motorvoertuigen
Dezelfde voorschriften als voor autowrakken gelden ook voor tweewielige motorvoertuigen (en voor activiteiten die daarmee samenhangen). Het gaat hierbij om de voorschriften 1, 2 , 3 en 4 hieronder.
Dit volgt uit wijzigingen in paragraaf 3.3.3. van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling.
Milieuregels voor Autodemontage en
Voorschriften:
- Aftappen van vloeistoffen en demonteren van onderdelen
- Gescheiden opslag van onderdelen en afgetapte vloeistoffen
- Gescheiden opslag van airbags en gordelspanners
- Opslag van autowrakken en wrakken van tweewielige motorvoertuigen
- Afgifte van autowrakken
- Certificaat van vernietiging autowrakken
Vermelding in het Activiteitenbesluit: § 3.3.3, artikel 3.26 t/m 3.26c. Vermelding in de Activiteitenregeling: § 3.3.3, artikel 3.27c t/m 3.27k.
1. Aftappen vloeistoffen en demonteren onderdelen
Ontvangt een demontagebedrijf een autowrak of een wrak van een tweewielig motorvoertuig? Dan moet het bedrijf binnen tien werkdagen na ontvangst alle vloeistoffen aftappen en de volgende onderdelen demonteren:
- LPG-tanks
- accu's
- oliefilters
- PCB/PCT-houdende condensatoren
- batterijen
- ontplofbare onderdelen, tenzij deze geneutraliseerd zijn (met uitzondering van elektrische airbags en gordelspanners).
Bij autowrakken moet het aftappen gebeuren boven een vloeistofdichte verharding. Bij wrakken van tweewielige motorvoertuigen moet het aftappen gebeuren boven een bodembeschermende voorziening.
Is het noodzakelijk dat er olie in een onderdeel zit, om dat onderdeel als product te kunnen recyclen? Dan kan het bedrijf afzien van het aftappen van de oliën, en kan het oliefilter teruggeplaatst worden.
Voor het bedrijf wrakken afvoert, moeten ALTIJD gedemonteerd zijn:
- katalysatoren (geldt alleen voor autowrakken)
- onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten.
- elektrische airbags en gordelspanners, tenzij deze geneutraliseerd zijn.
Voor de volgende onderdelen geldt bij autowrakken dat ook gedemonteerd moeten worden:
- banden
- glas
- grote kunststofonderdelen (onder andere bumpers, instrumentenborden, vloeistoftanks)
- metalen onderdelen die koper, aluminium of magnesium bevatten
Maar er is een uitzondering voor het demonteren van deze onderdelen als ze tijdens een shredderproces gescheiden worden (in een shredderinstallatie en/of nascheidingsinstallatie), zodat ze kunnen worden gerecycled.
Herkenbaarheid als autowrak
Een wrak moet herkenbaar blijven als voertuig (de identiteit én inhoud van het wrak). Daarom is pletten, knippen of op een andere manier verkleinen maar beperkt toegestaan.
Als demontagetechniek is knippen of snijbranden alleen toegestaan als de identiteit en de inhoud van het autowrak herkenbaar blijven.
De identiteit van een autowrak is herkenbaar als zichtbaar blijft:
- het merk
- het type
- het chassisnummer
- het voertuigidentificatienummer
- eventueel voor een verwerkingssysteem aangebrachte identificatieobjecten
De inhoud van een autowrak blijft herkenbaar als bij controle gezien kan worden dat:
- de verplichte stoffen en onderdelen zijn gedemonteerd
- het autowrak geen afval bevat dat niet bij een autowrak hoort
2. Gescheiden opslag van onderdelen en vloeistoffen
Afgetapte vloeistoffen en gedemonteerde onderdelen moeten afzonderlijk worden bewaard, als dat nodig is voor recycling of nuttige toepassing.
Is het onderdeel niet als product voor recycling geschikt? Maar is het materiaal waarvan het is gemaakt wel geschikt voor recycling (als materiaal of een andere vorm van nuttige toepassing)? Dan moet het bedrijf deze onderdelen ook afzonderlijk bewaren.
Bovendien moet het bedrijf dan deze onderdelen afvoeren naar een bedrijf met een milieuhygiënisch verantwoorde en doelmatige verwerkingsmogelijkheid.
Het bevoegd gezag kan met maatwerkvoorschriften eisen stellen aan de manier van opslag.
3. Gescheiden opslag van airbags en gordelspanners
Gedemonteerde airbags en gordelspanners moeten gescheiden worden opgeslagen van andere stoffen en materialen.
4. Opslag van autowrakken en wrakken van tweewielige motorvoertuigen
Autowrakken en wrakken van tweewielige motorvoertuigen mogen vóór demontage niet worden gestapeld.
Eerst moeten de verplichte vloeistoffen en de andere onderdelen uit het autowrak zijn gehaald die binnen tien dagen verwijderd moeten worden (zie onder 1. Aftappen vloeistoffen en demonteren onderdelen).
Daarna mag een wrak van een tweewielig voertuig gestapeld worden
Een autowrak mag daarna ook gestapeld worden in afwachting van het ontdoen van overige stoffen, preparaten of producten (maximaal twee autowrakken hoog met een maximale hoogte van 4,5 meter). Het bevoegd gezag kan ook maatwerkvoorschriften stellen voor de stapelhoogte voor autowrakken.
Opslag van autowrakken voorafgaand aan demontage moet op een vloeistofdichte vloer of verharding.
Opslag van wrakken van tweewielige motorvoertuigen voorafgaand aan demontage moet ook op een vloeistofdichte vloer of verharding, tenzij:
- de wrakken bij ontvangst worden geïnspecteerd op lekkage van vloeibare bodembedreigende stoffen,
- de wrakken waaruit vloeibare bodembedreigende stoffen lekken worden opgeslagen boven een vloeistofdichte vloer of verharding of boven een lekbak
- de wrakken waaruit vloeibare bodembedreigende stoffen lekken worden opgeslagen boven een lekbak en de vloeibare bodembedreigende stoffen uiterlijk binnen 24 uur na ontvangst van het wrak van het tweewielige motorvoertuig zijn afgetapt, en
- de wrakken waaruit geen vloeibare bodembedreigende stoffen lekken worden opgeslagen boven een bodembeschermende voorziening
5. Afgifte autowrakken en tussenopslag
Een autodemontagebedrijf mag autowrakken alleen afvoeren naar een bedrijf waar een shredderinstallatie aanwezig is en waarin een scheiding plaatsvindt tussen metaalschroot en shredderafvalstoffen.
Vóór afvoer naar een shredderinstallatie mogen ze wel ter beschikking worden gesteld aan een instelling voor oefen- en opleidingsdoeleinden (bijvoorbeeld de brandweer).
Dit is alleen toegestaan als de vloeistoffen, LPG-tank, accu, oliefilters, PCB/PCT-houdende condensatoren, batterij en ontplofbare onderdelen uit de autowrakken zijn gehaald. Daarmee wordt voorkomen dat deze als gevaarlijke afvalstoffen in het milieu komen.
Tussenopslag
Vóór afvoer naar een shredderinstallatie mogen ze ook ter beschikking worden gesteld aan een inrichting waar de autowrakken worden opgeslagen.
Dit is alleen toegestaan als uit het autowrak is gehaald:
- de vloeistoffen
- LPG-tank
- accu
- oliefilters
- PCB/PCT-houdende condensatoren
- batterij en ontplofbare onderdelen
- banden,
- glas,
- grote kunststofonderdelen,
- metalen onderdelen die koper, aluminium of magnesium bevatten,
- niet-geneutraliseerde elektrische airbags en gordelspanners
Verder moet het autodemontagebedrijf ervoor zorgen:
- dat de inrichting waar de autowrakken worden opgeslagen, geen handelingen verricht waardoor de identiteit of de inhoud van het autowrak onherkenbaar wordt, en
- dat de autowrakken ná opslag naar een shredderinstallatie gaan.
Voor de inrichting waar de autowrakken worden opgeslagen na demontage geldt verder dat deze maximaal 400 autowrakken mag opslaan als de inrichting aan de kade is gelegen. Is de inrichting voor opslag na demontage niet aan de kade gelegen, dan mag deze maximaal 50 autowrakken opslaan.
6. Certificaat van vernietiging autowrakken
Ontvangt een bedrijf een auto met een Europees buitenlands kenteken? Dan moet dit bedrijf een certificaat van vernietiging geven aan degene die het wrak afgeeft, als er om gevraagd wordt.
Bij het certificaat wordt het kentekenbewijs gevoegd. Als dat niet aanwezig is wordt dit op het certificaat vermeld.
De volgende gegevens moeten in ieder geval op het certificaat staan:
- de naam, het adres en de handtekening van degene die het certificaat van vernietiging afgeeft
- de datum van afgifte van het certificaat
- het kenteken van het autowrak, inclusief de kenletters van het land
- de categorie van de voertuigen waar het autowrak onder valt, met het merk en het model van het autowrak
- het chassisnummer van het autowrak
- de naam, het adres, de nationaliteit en de handtekening van de eigenaar of houder van het afgegeven autowrak
Twijfelt u of het wel of niet om een autowrak gaat?
Informatie hierover vindt u op de pagina autowrakken.
Zie ook:
Sectorplan Autowrakken van het Landelijk Afvalbeheerplan 3.
Informatie over producentenverantwoordelijkheid voor autowrakken en autobanden.
Delen
Veranderingen met de komst van de Omgevingswet
Met de komst van de Omgevingswet gaan voor demontagebedrijven van autowrakken milieuregels in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) gelden. Het Bal maakt deel uit van de Omgevingswet.
Zie voor meer informatie het onderwerp afval op Informatie Leefomgeving (IPLO).