Wat is het doel van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV)?
Het doel van ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’ (UPV) is om productketens meer circulair te maken. In een circulaire economie blijven grondstoffen en producten zo lang mogelijk in gebruik. Producten worden waar mogelijk hergebruikt, gerepareerd, opgeknapt of gerecycled. UPV is een van de manieren om hieraan bij te dragen.
UPV legt de verantwoordelijkheid voor het financieren (en vaak ook het organiseren) van het afvalbeheer van producten bij de producenten. Dat prikkelt producenten om, al vóórdat zij producten in de handel brengen, duurzamere keuzes te maken. Bijvoorbeeld tijdens het productontwerp. Tegelijkertijd voorkomt UPV dat de nadelige gevolgen van het afvalbeheer terechtkomen bij het milieu, de maatschappij of andere partijen in de keten.
UPV leidt tot meer en betere afvalinzameling en afvalverwerking, zoals recycling. Ook kan het de vraag naar gerecycled materiaal vergroten. Het kan verwerkingstechnieken een nieuwe impuls geven en zwerfafval voorkomen en verminderen. Bovendien kan UPV andere circulaire activiteiten stimuleren, zoals hergebruik of reparatie.
Omdat elke productketen andere uitdagingen kent, heeft elke UPV ook andere doelen. Per productgroep verschillen daarom de verplichtingen. Vaak gaat het om EU-regels, die de EU ofwel rechtstreeks aan producenten oplegt, ofwel aan de lidstaten om verder uit te werken.
Voor wie geldt de UPV?
Voor veel verschillende productgroepen is er een UPV. In de UPV’s staan de producten duidelijk omschreven. De 'producenten' van deze productgroepen hebben UPV-verplichtingen.
Wie 'de producent’ precies is, verschilt per UPV. In de meeste gevallen is de producent degene die het product in de handel brengt. ‘In de handel brengen’ is het voor het eerst op de markt aanbieden van een product.
Het maakt daarbij niet uit aan wie het product als eerste wordt aangeboden. Dit kan bijvoorbeeld een bedrijf zijn dat het product weer doorverkoopt, zoals een tussenhandelaar of een winkelier (distributeur). Maar ook de eindgebruiker van het product, zoals een consument of een bedrijf.
Meestal zijn de producenten:
- importeurs die in Nederland gevestigd zijn
- fabrikanten die in Nederland gevestigd zijn
- buitenlandse (online) aanbieders die zelf aan eindgebruikers in Nederland een product aanbieden, zonder tussenkomst van een importeur
Soms is degene die het product als eerste op de markt brengt toch niet ‘de producent’. Voor sommige productgroepen is dat degene waarvan het merk op het product staat. Zij zijn dan verantwoordelijk, ook als ze hun producten laten maken of importeren door andere bedrijven.
Verplichtingen van anderen in de productketen
Wie ná de producent het product aan een ander aanbiedt, wordt meestal niet als producent beschouwd. Dit betekent niet per se dat diegene geen verplichtingen heeft. Een UPV kan namelijk óók eisen stellen aan andere partijen in de productketen. In sommige gevallen moeten bijvoorbeeld winkeliers, inzamelaars, afvalverwerkers of online platforms ook aan bepaalde eisen voldoen.
Let op: per UPV zijn de regels anders. Kijk dus goed welke regels er per productgroep gelden.
Hoe kunnen de verplichtingen worden nagekomen?
De UPV-verplichtingen gelden voor elke individuele ‘producent’ van het product. Het is niet altijd eenvoudig om individueel aan die verplichtingen te voldoen. Daarom kan een producent ervoor kiezen om de UPV-verplichtingen samen met andere producenten uit te voeren. Dit heeft financiële en organisatorische voordelen.
Producenten kunnen dit doen door zich aan te sluiten bij een producentenorganisatie. Of er zelf een op te richten. Een producentenorganisatie voldoet aan de UPV-verplichtingen namens alle aangesloten producenten. In ruil daarvoor betalen de producenten een financiële bijdrage aan de organisatie. Voor sommige productgroepen zijn meerdere producentenorganisaties actief.
Als er een zogeheten ‘algemeen verbindend verklaring’ (AVV) geldt, is deelname aan het UPV-systeem van één specifieke producentenorganisatie verplicht. Dit is bij veel UPV’s het geval.
Hoe zit de regelgeving in elkaar?
UPV’s kunnen via twee soorten regelgeving worden opgelegd aan producenten. Vaak bestaan ze naast elkaar, maar dat hoeft niet.
Wettelijk opgelegde UPV’s
Bij wettelijk opgelegde UPV’s kunnen de UPV-verplichtingen in EU-regelgeving en in verschillende soorten nationale regelgeving staan. Per product is de samenstelling anders.
Toelichting op:
Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
Productbesluit en ministeriële regeling
UPV’s opgelegd via een algemeen verbindend verklaring (AVV)
AVV staat voor ‘algemeen verbindend verklaring van een overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage’. Met een AVV wordt op verzoek van een belangrijke meerderheid van producenten, hun private overeenkomst door de minister algemeen verbindend verklaard. Dit betekent dat óók producenten van het product die het verzoek tot AVV niet hebben gesteund, gebonden zijn aan de overeenkomst. Hierdoor betaalt iedereen mee aan het UPV-systeem van de meerderheid.
Alle productgroepen:
EU-verordening
In een EU-verordening staan vaak regels voor de gehele keten van een bepaalde productgroep, bijvoorbeeld batterijen. In de EU-verordening staan vaak ook UPV-verplichtingen voor producenten.
De verplichtingen kunnen bijvoorbeeld gaan over te behalen minimumdoelstellingen voor inzameling, voorbereiding voor hergebruik of recycling. Of over aanvullende verplichtingen voor producentenorganisaties of andere ketenpartijen.
Een EU-verordening is rechtstreeks van toepassing in alle EU-lidstaten. Het geldt dus voor alle producenten die actief zijn in de EU.
Vaak moet een EU-verordening nog worden uitgewerkt in nationale wetgeving. Voor de UPV-verplichtingen wordt dit gedaan in een productbesluit en ministeriële regeling.
Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
Het Besluit regeling uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is nationale regelgeving, waarin algemene UPV-verplichtingen voor producenten staan. Deze verplichtingen gaan bijvoorbeeld over het hebben van een passend innamesysteem. Ook het doen van een melding en het indienen van een jaarlijks verslag komen erin aan bod. Daarnaast verplicht het producenten om de benodigde financiële en/of organisatorische middelen op orde te hebben.
Deze regels gelden pas zodra er in een productbesluit specifieke UPV-verplichtingen zijn vastgesteld en wanneer er géén EU-verordening geldt.
Productbesluit en ministeriële regeling
Productbesluiten en ministeriële regelingen zijn nationale regelgeving. Er zijn bijvoorbeeld productbesluiten en ministeriële regelingen voor batterijen, elektr(on)ische apparaten, textiel en verpakkingen.
In productbesluiten staan UPV-verplichtingen die aanvullend zijn op een EU-verordening of op het Besluit regeling uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Een vaak terugkerend onderdeel van productbesluiten zijn de minimumdoelstellingen voor producenten. De doelstellingen gaan bijvoorbeeld over de inzameling, voorbereiding voor hergebruik en recycling van de producten wanneer ze afval zijn geworden. Als er een EU-verordening geldt, staan zulke doelstellingen meestal daarin.
In een ministeriële regeling kunnen de verplichtingen uit het productbesluit en de EU-verordening of het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid verder worden uitgewerkt. Bijvoorbeeld door aan te geven hoe producenten jaarlijks verslag moeten doen over de resultaten van het vorige kalenderjaar.