Vraag & Antwoord ZOR
Heeft u vragen over de ZOR? Kijk dan of u hieronder het antwoord kunt vinden. Staat het er niet bij? Dan kunt u de vraag stellen via zwerfafval@rws.nl.
Zoeken in de index
De nationale Zwerfafvalophaalregeling (ZOR) heeft als doel om samenwerkingsverbanden en initiatieven te ondersteunen die gericht zijn op het verminderen van zwerfafval in water. Rijkswaterstaat heeft dit financiële instrument ontwikkeld.
Met deze regeling faciliteren we het ophalen en verwerken van door derden ingezameld zwerfafval. Onder ‘derden’ verstaan we alle partijen buiten Rijkswaterstaat die zorgen voor de inzameling van zwerfafval. Maar we richten ons vooral op door samenwerkingsverbanden, zoals Schone Rivieren, georganiseerde opruimacties.
We willen daarom graag dat ook nieuwe opruimacties onderdeel worden van een samenwerkingsverband om door de ZOR financieel te worden ondersteund. Rijkswaterstaat zal nieuwe initiatiefnemers dan ook in contact brengen met een samenwerkingsverband dat al bestaat of in oprichting is. In overleg met het samenwerkingsverband kan op de nieuwe locatie worden opgeruimd met financiële ondersteuning van de ZOR.
Heb je ideeën of zou je willen opruimen, gebruik dan het contactformulier.
Ja, vooraf melden is noodzakelijk en verplicht om gebruik te kunnen maken van deze regeling. U gebruikt hiervoor het contactformulier. Er wordt dan samen met u bekeken wat de mogelijkheden zijn. Bovendien wordt dit ook vanuit het oogpunt van veiligheid en vanwege het betreden van andermans terrein geadviseerd. Zo ontstaan er tijdens de uitvoering geen problemen.
Vanuit de ZOR wordt geregeld en betaald dat door derden ingezameld zwerfafval langs rijkswateren wordt afgevoerd en verwerkt.
Dit verschilt per locatie. Bij de grote rivieren wordt geadviseerd om op te ruimen na de hoogwaterperiode, bij de kanalen en meren heeft de hoogwaterperiode geen grote invloed. In de zuidwestelijke delta is het stormseizoen ook van invloed op de hoeveelheid afval langs de rijkswateren. Daarnaast moet bij de planning worden gelet op het broedseizoen (globaal maart tot en met juli) en indien relevant met de getijden.
In principe kan iedere vereniging of organisatie opruimen. De ZOR is tot stand gekomen om schone-rivieren-samenwerkingsverbanden te stimuleren en faciliteren. Zie ook: www.schonerivieren.org. Nieuwe verenigingen of organisaties die zich aanmelden, zal Rijkswaterstaat in contact brengen met een reeds bestaand of in oprichting zijnd samenwerkingsverband langs het betreffende rijkswater.
De regeling geldt langs de rijkswateren. Dit zijn de grote rivieren, meren, kanalen en de vastelandskust van de Waddenzee. Locaties die gevaar opleveren voor vrijwilligers zijn uitgesloten. Denk aan de directe omgeving van sluizen en stuwen, maar ook steile of gevaarlijke (stortsteen)oevers. Daarnaast kunnen op locaties specifieke veiligheidsvoorschriften gelden. Bovendien kunnen vrijwilligers natuurlijk alleen opruimen op locaties waar er toestemming is gekregen van de grondeigenaar en/of terreinbeheerder. Ook dienen vrijwilligers rekening te houden met de eisen vanuit de natuurwetgeving. Ze mogen broedende vogels bijvoorbeeld niet storen.
Op zich is er geen limiet aan het uitvoeren van acties in een bepaald gebied. Er is natuurlijk wel een limiet aan het beschikbare budget. Of het budget (bijna) is uitgeput hangt af van het aantal opruimacties dat in de regio wordt georganiseerd.
De regeling geldt voor anorganisch afval, zoals plastic, glas en blik op de oevers en in de uiterwaarden van de rijkswateren. De regeling is in principe niet bedoeld voor organisch afval, zoals hout, riet, gras en waterplanten, maar soms is dat niet te scheiden van het anorganisch afval. Ook chemisch afval, grootschalige dump, puin en dergelijke vallen niet onder de regeling. De regeling vervangt niet de wettelijke zorgplicht van terreineigenaren en beheerders voor het ontdoen van afval van bijvoorbeeld recreatie en eigen activiteiten.
Het ingezamelde materiaal wordt verwerkt door de verwerker waarmee de aannemer afspraken heeft over het afvoeren en verwerken. Dit zijn erkende verwerkers met alle benodigde vergunningen.
In principe is er geen minimum of maximum hoeveelheid vastgesteld. Het afval dient op een efficiënte manier afgevoerd te kunnen worden.
Het opruimen dient te gebeuren passend binnen de geldende regels in het gebied. Verder stelt Rijkswaterstaat voor het afvoeren van het afval als eis dat het afval op de verzamellocaties op correcte en goed afgesloten wijze wordt gedeponeerd. Zo vindt er geen verwaaiing plaats en kan het ingezamelde afval eenvoudig worden opgehaald. Verzamellocaties moeten daarnaast bereikbaar zijn voor de inzamelvoertuigen van de aannemer.
De coördinator van de inzamelactie maakt een afspraak met de aannemer van Rijkswaterstaat over het moment waarop het afval wordt opgehaald.