Veelgestelde vragen
Op deze pagina vindt u een antwoord op veelgestelde vragen op het gebied van Afvalstof of niet-afvalstof. Ook worden hieronder belangrijke onderwerpen verder toegelicht.
Staat uw vraag hier niet tussen? Of mist u belangrijke informatie? Neem dan contact op met de Helpdesk.
Rechtmatig gebruik betekent dat de houder moet aantonen dat het materiaal voldoet aan stof- en productwetgeving.
In Nederland oordeelt de houder van een materiaal in eerste instantie zelf of het materiaal een afvalstof of niet-afvalstof is. U bent als houder zelf verantwoordelijk om na te gaan of u aan de regels voldoet. Denk aan: criteria uit een Europese verordening, nationale regeling of de voorwaarden uit de Wet milieubeheer.
Als houder verzamelt u al deze informatie om te kunnen bewijzen dat een materiaal geen afvalstof is. Dit heet een zelfbeoordeling.
Omdat een zelfbeoordeling niet altijd in andere landen gebruikelijk is, is ter informatie een korte uitleg hierover gemaakt in verschillende talen:
Zelfbeoordeling afvalstatus in Nederland (pdf, 71 kB)
Waste status assessment in The Netherlands (pdf, 136 kB)
Of een materiaal een afvalstof is, moet u beoordelen op basis van alle feiten en omstandigheden van dat moment. Maar wanneer moet u een nieuwe beoordeling maken?
Lees verder hoe en wanneer u een nieuwe beoordeling moet maken (pdf, 172 kB)
Het Kennisplatform afval of niet is ter ondersteuning van bevoegd gezag bij de afvalstatusbeoordeling. Hier kan bevoegd gezag vragen om advies en kunnen eigen rechtsoordelen worden besproken in peer-review-verband. Daarnaast ondersteunt het Kennisplatform het bevoegd gezag door het opstellen van praktische tools en formats. Het platform is een samenwerking tussen Omgevingsdienst Nederland, omgevingsdiensten, VNG, IPO en het Rijk.
Informatie over het Kennisplatform afval of niet is te vinden binnen het Kennisnet van Omgevingsdienst Nederland.
Het bevoegd gezag (denk aan gemeenten, provincies en omgevingsdiensten) beslist over vergunningen en houdt toezicht op bedrijven die met afvalstoffen werken. Daarbij is het belangrijk om te weten of een materiaal een afvalstof, een bijproduct of einde-afvalstof is. De regels voor afvalstoffen gelden namelijk alleen als het materiaal als afvalstof wordt gezien.
Soms krijgt u als houder te maken met meerdere bevoegde gezagen. Als u op meerdere locaties actief bent bijvoorbeeld. Elk bevoegd gezag heeft een eigen taak. Wilt u weten welk gezag wanneer de afvalstatus van een materiaal beoordeelt?
Lees dan de Handreiking bevoegdheden bevoegd gezag.