Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)

Convenant duurzame kleding en textiel voor meer internationale samenwerking

Werken aan duurzame collecties

Helaas komen er ook in de textielindustrie nog vaak misstanden voor als uitbuiting, dierenleed en milieuschade. Maar hoe werk je dan toe naar een duurzame textielindustrie? Aan die taak werkte een brede coalitie van Nederlandse bedrijven en andere organisaties - waaronder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) - de afgelopen jaren in het Convenant Duurzame Kleding en Textiel (CKT). Op 31 december 2021 is dit convenant beëindigd. De OESO-richtlijnen voor gepaste zorgvuldigheid (due diligence) vormden hiervoor het uitgangspunt.

Due diligence

Veel bedrijven in Nederland besteden hun productie uit aan andere landen. In die landen zijn de mensenrechten, de gezondheid en veiligheid van werknemers, het milieu of dierenwelzijn niet altijd gelijk aan de eisen die we in Nederland of Europa stellen. Nederlandse bedrijven zijn op grond van internationale richtlijnen en afspraken verplicht om te onderzoeken in hoeverre er sprake is van misstanden in hun ketens en hier actie op te ondernemen Dit heet due diligence. Binnen het CKT is veel ervaring opgedaan met het implementeren van de OESO-richtlijnen op het gebied van due diligence. Op basis daarvan is een praktische handleiding gemaakt waarin voorbeelden van bedrijven zijn opgenomen.

Transparantie

Transparantie staat centraal bij het in kaart brengen van risico’s en het gezamenlijk beperken en voorkomen van misstanden. Bedrijven moeten daarvoor weten waar hun producten worden gemaakt. Een van de eerste stappen voor deelnemers aan het convenant was dan ook het doorgeven van de locaties waar hun producten worden gemaakt. Deze gegevens van alle bedrijven zijn vervolgens samengevoegd en zodanig publiek beschikbaar maakt.

Gezamenlijke projecten

Elk bedrijf kan stappen zetten om de bedrijfsvoering te verduurzamen. Voor sociaal ondernemen, dierenwelzijn of het milieu is dit echter moeilijk als het bedrijf met internationale productie- of toeleveringsketens werkt. In dat geval is het lastiger om een probleem individueel op te lossen. Door samen te werken met andere bedrijven, overheden, vakbonden en maatschappelijke organisaties kunnen tastbare resultaten worden bereikt. In de 5,5 jaar van het CKT is gewerkt aan deze gezamenlijke projecten:

  • collectief project bestrijding kinderarbeid in India en Bangladesh
  • kinderrechten in Turkije
  • verbetering arbeidsomstandigheden in Tamil Nadu
  • vrijheid van Vakvereniging en Sociale Dialoog
  • collectief project leefbaar loon
  • verduurzamen textielververijen China: voorkomen vervuiling, gebruik van hulpbronnen en gezond en veilig werken.

Tools

Het CKT stelde een uitgebreid document op dat textielbedrijven stapsgewijs helpt om internationaal maatschappelijk verantwoord te ondernemen (IMVO). Dit zogenaamde Beoordelingskader CKT bevat links naar hulpmiddelen, praktijkvoorbeelden van bedrijven en uitleg van begrippen. Met behulp van speciaal ontwikkelde tools en guidance-documenten geeft het kader praktische invulling aan de OESO-richtlijnen voor due diligence. Bedrijven kunnen hiermee mogelijke risico’s in hun toeleveringsketen in kaart brengen, voorkomen of tegengaan. Maar ook kunnen zij met die tools verantwoording afleggen over hoe zij hiermee omgaan. Er zijn tools beschikbaar voor de volgende onderwerpen:

  • supply chain mapping
  • kinderarbeid en gedwongen arbeid
  • betrekken van belanghebbenden
  • grondstoffen en milieu
  • dierenwelzijn
  • inkooppraktijken

Deze staan op de website van het convenant onder tools.

Europese wetgeving

In de Europese Unie is op 24 mei 2024 de EU-richtlijn Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) aangenomen. Deze wet verplicht bedrijven om internationaal maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Dit betekent dat grote bedrijven in Europa moeten kijken wat voor negatieve effecten zij hebben op mens en milieu, ook in andere landen. Ook betekent het dat zij die negatieve effecten moeten aanpakken. Deze richtlijn gaat gelden voor in EU gevestigde bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een netto jaaromzet van meer dan EUR 450 miljoen wereldwijd, en niet in de EU gevestigde bedrijven met een netto jaaromzet van meer dan EUR 450 miljoen in de EU. Op 25 juli 2024 is de Europese wet formeel in werking getreden. Vanaf dat moment hebben lidstaten twee jaar de tijd om deze om te zetten in nationale wetgeving en een toezichthouder aan te wijzen. Een jaar daarna wordt de nationale wet van toepassing op de eerste groep bedrijven. Nederland is gestart met de nationale implementatie van deze wet.

Op 5 januari 2023 is ook de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) ingegaan. Deze richtlijn zorgt ervoor dat ondernemingen moeten rapporteren over verschillende duurzaamheidsthema’s en over de vooruitgang die de onderneming daarop heeft geboekt. Daar vallen niet alleen milieuonderwerpen onder zoals klimaat en circulaire economie, maar ook sociale thema’s zoals mensenrechten. De richtlijn is van toepassing op alle beursvennootschappen met uitzondering van micro-beursvennootschappen en op alle grote ondernemingen die aan 2 van de volgende 3 criteria voldoen: meer dan 250 werknemers, meer dan EUR 50 miljoen netto jaaromzet, of meer dan EUR 25 miljoen balanstotaal.

Naar verwachting treedt eind 2024 de Europese anti-dwangarbeidverordening in werking. De verordening verbiedt bedrijven om producten vervaardigd met dwangarbeid op de Europese interne markt te plaatsen of daarvandaan uit te voeren. Het verbod geldt voor alle producten, bedrijven en economische sectoren en is landenneutraal. De bepalingen uit de verordening waarop gehandhaafd wordt, worden drie jaar na inwerkingtreding van toepassing. Bedrijven en lidstaten hebben daarmee drie jaar de tijd om zich voor te bereiden.

Vanaf boekjaar 2024 moeten grote beursgenoteerde ondernemingen met meer dan 500 medewerkers verplicht verslag uitbrengen over duurzaamheidsbeleid en prestaties. Vanaf boekjaar 2025 en 2026 gaat dit voor nog meer bedrijven gelden. Dit is het gevolg van de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Bedrijven moeten deze duurzaamheidsrapportage laten toetsen door een accountant.

De CSRD geldt voor:

  • grote en beursgenoteerde bedrijven (krijgen er direct mee te maken)
  • ondernemers die zakendoen met grote bedrijven (krijgen er indirect mee te maken).

De CSRD is vanaf boekjaar 2025 ook van toepassing op grote niet-beursgenoteerde bedrijven als de onderneming aan minimaal 2 van deze eisen voldoet:

  • meer dan € 50 miljoen netto-omzet
  • meer dan € 25 miljoen op de balans
  • 250 of meer werknemers.