Circulair polyester : Een CuRe voor het wereldwijde polyesterprobleem?

In veel textiel is polyester verwerkt. Het is sterk, goedkoop en eenvoudig te produceren. Ook laat polyester zich goed mengen met andere stoffen, zoals katoen. Ideaal voor je kledingkast zou je zeggen. De keerzijde is dat polyester wordt gemaakt van fossiele aardolie en dat de productie ervan extreem veel energie kost. Daar komt bij er wereldwijd een groeiende berg polyesterafval is. Recyclebedrijf CuRe Technology uit Emmen wil dit probleem aanpakken door polyester goedkoop te recyclen. CuRe Chief Commercial Officer Josse Kunst legt uit.

Naam: Josse Kunst
Van: CuRe Technology
Wat: Chief Commercial Officer

CuRe bestaat al sinds 2015. En voor 2025 staat de eerste commerciële fabriek in Emmen op de planning. Wat hebben jullie in de tussentijd gedaan?

JK: In 2015 zijn we gaan nadenken over hoe we het wereldwijde polyesterprobleem kunnen aanpakken. Samen met organisaties als Morssinkhof, Cumapol, DuFor en Niaga, en in nauwe samenwerking met NHL Stenden Hogeschool, ontdekten we een slimme en schaalbare oplossing: CuRe. Een recyclemethode waarmee we elk type polyester kunnen zuiveren en omzetten in polyester korrels waarvan garenspinners nieuwe garens kunnen maken. Deze methode hebben we de afgelopen jaren in onze pilotplant getest en verbeterd.

Welke resultaten verwacht je straks voor de nieuwe fabriek?

JK: We verwachten dat we in de nog te bouwen commerciële fabriek (CuRe One) straks 2000 kilo polyester textiel per uur kunnen recyclen. In een continu proces en tegen een tarief van 10 tot 15 cent per kilo. Het aanbieden bij de verbrandingsoven kost 20 tot 60 cent per kilo.

Wat maakt jullie proces goedkoop?

JK: Om polyester te maken uit fossiele grondstoffen heb je relatief veel energie nodig. Maar om het te recyclen, breek je enkel de moleculen af waaruit het textiel is opgebouwd, waardoor dit veel minder energie kost. Bovendien breken wij het niet volledig af, en dat scheelt ook weer energie. De CuRe Technology recyclemethode levert 88 procent minder CO2 dan het productieproces van virgin polyester.

Wat doen jullie met het gerecycelde polyester?

JK: We maken polyester korrels waarvan garenspinners weer garens kunnen maken voor gerecycled polyester. Hiervan kun je nieuw textiel maken, maar je kunt er ook voor kiezen om een deel toe te voegen aan virgin polyester. Dat levert nog wel een sterker materiaal op door de langere vezel van virgin polyester.

Wij maken polyester korrels waarvan garenspinners weer garens kunnen maken voor gerecycled polyester.”

Kunnen we polyester 100 procent circulair maken?

JK: In principe wel. Maar er is altijd een bepaalde hoeveelheid verlies bij materiaal. TNO heeft ooit uitgerekend dat je theoretisch maximaal 70 procent van materialen kunt herwinnen. Maar er is nu al zoveel polyester in de wereld dat die de huidige vraag aankan. Als we maar recyclen.

Maar voor die 30 procent verlies zullen we uiteindelijk nieuw polyester moeten maken?

JK: Er al flink geëxperimenteerd met biobased polyester, dat niet uit fossiele grondstoffen wordt gemaakt. Maar uit stoffen als mais, houtsnippers en suikerbiet. Die soort is minder schadelijk voor het milieu. Uiteraard kunnen wij ook biobased polyester recyclen.

Op jullie site lezen we dat er elk jaar wereldwijd 64 miljard kilo polyester wordt geproduceerd. Hoeveel van die enorme hoeveelheid wordt nu gerecycled?

JK: Momenteel ongeveer 1 procent wereldwijd. De overige 60 miljard kilo verdwijnt in de verbrandingsovens, in het milieu of op de landfill (stort).

Waar zit momenteel de grootste uitdaging op het gebied van textiel?

JK: Polyester wordt vaak gemengd met andere materialen. En elke samenstelling vraagt om een ander proces. Dat betekent dat de samenstelling van een bepaalde stof bekend moet zijn. En dat is lang niet altijd het geval. Een andere uitdaging is de prijs, want ook al zijn wij al heel goedkoop, virgin polyester is nog steeds goedkoper dan recyclen of de verbrandingsoven. Weggooien en nieuw kopen is dus nog steeds het meest voordelig.

Hoe kun je dat percentage toch laten groeien?

JK: Door meer samen te werken met inzamel- en sorteerorganisaties. Denk aan de Boer Groep/Frankenhuis, Sympany en bijvoorbeeld SOEX. Zij zamelen in en sorteren tweedehands kleding. En wat niet meer verkocht of gebruikt kan worden, kunnen wij recyclen. Met zo’n samenwerking kunnen we de textielstroom flink opvoeren.

Op die manier willen we in 2025 meteen een groei inzetten van 1 naar 10 procent, en dan doorpakken. In het lab kunnen we al katoen, elastaan en nylon scheiden van polyester. In die nieuwe fabriek willen we dat opschalen.

Maar dan blijft er dus nog steeds 90 procent polyester afval?

JK: Klopt, maar dit is het begin. Uiteraard willen we meer opschalen, maar daarvoor moeten we het sorteerwerk en ons recycleproces iets meer op elkaar afstemmen. Zij moeten ons beter inzicht geven in de samenstelling van materialen en wij moeten zorgen dat we meer samenstellingen kunnen verwerken. En dan moeten we dat hele proces ook nog economisch haalbaar maken.

Hoe maak je het economisch haalbaar?

JK: Sorteerwerk is momenteel nog handwerk en daarmee kostbaar en niet altijd even accuraat. Op dit moment wordt er bij een aantal sorteerbedrijven geëxperimenteerd met automatische sortering. Dat zou een oplossing kunnen zijn.

En waar zit tot die tijd jullie business?

JK: We werken nauw samen met een aantal textielproducenten en denken mee over de ontwikkeling van producten aan de voorkant van een productieproces. We geven advies over hoe een product kwalitatief goed is, en ook goed recyclebaar als het wordt afgedankt. Op die manier ben je echt circulair aan het ondernemen.

Doen jullie dit al?

JK: Ja, we werken op die manier samen met beddenfabrikant Auping. Wij adviseren hoe zij hun matrassen geschikt maken voor recycling. Auping heeft bovendien een gecontroleerd retailkanaal waaruit het afgedankte matrassen terughaalt. En die komen dan bij ons terecht. We noemen dat een closed loop collaboration.

Ongeveer 1 procent van alle polyester wordt gerecycled, de overige 60 miljard kilo verdwijnt in de verbrandingsovens, in het milieu of op de stort.”

Chemische recycling heeft niet echt een goede naam. Jullie hebben immers chemicaliën nodig om materiaal te recyclen. Hoe zit dat?

JK: Die negatieve associatie met chemie is niet correct, want uiteindelijk is alles om ons heen (zelfs wij zelf) opgebouwd uit moleculen. En moleculen zijn chemie. Bovendien zijn niet alle chemicaliën schadelijk. Daarnaast werken wij met een gesloten systeem. Dat betekent dat we alle middelen die nodig zijn bij het recyclen, hergebruiken. Dat geldt voor de chemicaliën, maar ook voor bijvoorbeeld warmte. We doen in feite niets anders dan moleculen afbreken en zuiveren.

Blijft CuRe alleen vanuit Emmen werken?

JK: Zeker niet. We willen meer fabrieken openen, zelf of met partners, in Europa. Maar ook in Azië, dicht bij de garenspinners. We zoeken partnerbedrijven om onze technologie te verbeteren. En om onze kennis mee te delen. Zodat we lokaal oplossingen kunnen bieden vanuit een organisatie die werkt op wereldschaal.

Wat hebben jullie op dit moment nodig voor een goede start in 2025?

JK: Een goede aanvoer van textiel. Maar misschien nog wel meer goede wet- en regelgeving over de einde-afvalstatus van onze korrels. In Brussel wordt er momenteel gewerkt aan nieuwe regels voor afvalverwerking. Wanneer is iets nog afval en wanneer bereikt het de einde-afvalstatus? Wij zeggen: textiel komt binnen als afval, maar na de 1e recycle stap, waarbij additieven als kleurstoffen worden verwijderd, bereikt het een einde-afvalstatus. Tijdens een tweede recycleproces wordt het dan volledig gezuiverd tot nieuwe grondstof gemaakt. Zo werkt het ook bij petflessen.

Waar ligt dat aan?

JK: ‘De hele logistiek van polyester flessen is veel beter geregeld. Die zamelen we in en recyclen we tot nieuwe flessen. Op die manier moeten we ook polyester textiel aanpakken. Wij maken ons hard voor die gelijke behandeling. Want als onze korrels afval blijft, kunnen we ze niet exporteren, aangezien er aan de export van afval weer allerlei regels kleven.’

Spannend?

JK: ‘Valt mee. We zitten bij veel overleggen aan tafel en in Den Haag denken ze ook flink met ons mee. Bovendien: als wij door zo’n regel niet aan de slag kunnen, blijft die polyesterberg groeien. En dat wil niemand.’

curetechnology.com