Monitoren van plastic in rivieren

Hoeveel groot (macro) en klein (micro) plastic zit er in de rivieren? We onderzoeken hoe je dit kunt meten. Met deze meetmethodieken kan vervolgens gemonitord worden. Hier lees je welke onderzoeken we hiervoor uitvoeren.

Macroplastics

Plastic zwerfafval in en langs rivieren in Nederland is een groot probleem. Het zwerfafval vervuilt rivierwater, -bodem en -oevers en is een risico voor de volksgezondheid en ecosystemen. Voor meer inzicht in deze problematiek en de omvang ervan is onderzoek en monitoring nodig. Dit vergroot ons begrip van het probleem en vormt de basis voor passende maatregelen om zwerfafval in rivieren tegen te gaan.

Microplastics

Hoe kunnen we microplastics uit rivierwater halen en meten? En hoe kunnen we de hoeveelheid microplastics die in een rivier stroomt volgen in de tijd? Met partners in binnen- en buitenland werken we aan de ontwikkeling van bemonstering- en analysemethodes van microplastics. Zo komen we tot betrouwbare gegevens die internationaal te vergelijken zijn.

Monitoringstrategie zwerfafval (macroplastics)

In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Rijkswaterstaat een groot deel van de landelijke monitoringstrategie voor zwerfafval, waaronder macroplastics, in rivieren ontwikkeld. Met deze strategie kan op een betrouwbare en kostenefficiënte manier gegevens over zwerfafval in rivieren worden verzameld. In (pilot)projecten zijn meetmethodieken ontwikkeld en getest. Denk aan tellingen van zwerfafval op oevers en het observeren van drijvend zwerfafval vanaf bruggen. Ook onderzoeken we het gebruik van verschillende meettechnologieën, zoals de detectie van afval met camera’s in combinatie met artificiële intelligentie (AI).

Routekaart

We hebben een routekaart opgesteld. Op deze kaart zie je welke stappen we zetten om tot een betrouwbare monitoringstrategie te komen.

De routekaart laat zien:

  • welk type (pilot)projecten we uitvoeren en hoe deze zich tot elkaar verhouden;
  • wat de planning is op de korte termijn om te komen tot structurele monitoring op lange termijn;
  • hoe we projecten prioriteren;
  • en wat het grotere plaatje is waaraan we een bijdrage leveren.

Waar staan we nu?

Voor de oevers en het oppervlaktewater zijn er meetmethodieken ontwikkeld en gevalideerd. Er wordt in 2024 voor deze meetmethodieken een eerste jaarmeting uitgevoerd. De meetmethodieken kunnen aan de hand van de eerste jaarmeting nog worden geoptimaliseerd.

In 2024 wordt daarnaast nog onderzoek uitgevoerd en worden meetmethodieken ontwikkeld:

  • Meetmethodiek ontwikkelen voor het meten van zwerfafval in de waterkolom met kornetten.
  • Voorverkenning uitvoeren voor het meten van zwerfafval in het sediment (bodem van rivieren).
  • Voorverkenning uitvoeren voor het ontwikkelen van een model. Een model om de verkregen zwerfafvaldata in een bredere context te plaatsen.
  • Onderzoek naar het inzetten van vaste camera’s bij de meetmethodiek voor het meten van drijvend zwerfafval.

Voorlopige resultaten

We hebben onderzoek gedaan naar meettechnieken voor drie verschillende compartimenten van de rivier: op de oever, aan de oppervlakte en in de waterkolom. Daarbij hebben we in al onze projecten gekeken hoe we van conventionele meettechnieken, zoals handmatige tellingen, visuele en observaties, naar meer technologische manieren van meten kunnen komen. Als laatste kijken we hoe de monitoringstrategie het beste zou passen binnen bestaande data- en informatiecycli van Rijkswaterstaat.

Voor eerder uitgevoerde pilotprojecten en de laatste rapporten wordt verwezen naar onderstaande resultaten. Deze zijn gecategoriseerd naar:

  1. Methode-ontwikkeling

  2. Testen en toetsen

  3. Dataverzameling en -analyse.